21
October
2025

Welke koers kiest een nieuwe coalitie voor energie en klimaat?

21
Oct
2025
Artikel
Harm-Jan Idema
Foto
iStock

We staan voor grote keuzes: durven we de transitie te versnellen met oog voor innovatie, gevoed door schone Europese en oranje energie? En maken we de bijbehorende keuzes om opgaven op het gebied van ruimte, defensie, bereikbaarheid en energie integraal aan te pakken?

In ons ‘Rondje Den Haag’ maakten we vanuit APPM een inventarisatie van de verkiezingsprogramma’s, waarvan deel 2 gaat over energie en klimaat. Naar aanleiding daarvan geef ik hierbij een duiding van de programma’s met mijn verwachtingen voor elektrisch vervoer, collectieve warmte, het energiesysteem en netcongestie.

1. Elektrisch vervoer en laadinfrastructuur: op eigen kracht verder

Elektrische auto’s, bestelauto’s en vrachtwagens zijn niet meer uit ons straatbeeld weg te denken. Vanaf 2035 geldt de Europese verplichting om alleen nog emissievrije (en dus vooral elektrische) personenauto’s te verkopen. Tegelijkertijd voeren steeds meer steden emissievrije zones in, en wordt elektrisch rijden voor alle doelgroepen snel goedkoper. Nederland is bovendien kampioen laadpalen. Dat neemt niet weg dat de transitie naar een elektrisch rijden en laden nog niet af is: pas een klein percentage van onze voertuigen is elektrisch. Om de transitie door te zetten is het van belang dat er meer voertuigen komen en we het laadnetwerk blijven uitbreiden.

Waar elektrisch rijden lange tijd politieke ruggensteun had, is dat inmiddels verdwenen. De steun voor elektrisch rijden is in steeds verder afgebouwd door de gepercipieerde hoge kosten van de korting op de bijtelling. Niet te vergeten: veruit het grootste deel van die korting ging naar zuinige fossiele auto’s. Ook recent blijkt dat de steun minder is. De accijnskorting op fossiele brandstoffen wordt jaar op jaar verlengd. Bovendien nam de Tweede Kamer onlangs een BBB-motie aan die het initiatief van een aantal partijen in Europa ondersteunt om af te zien van het Europese verbond op de verkoop of auto’s met een brandstofmotor.

Ditzelfde beeld zien we in de verkiezingsprogramma’s. Een aantal partijen is nog steeds positief over elektrisch rijden en ziet dat als de toekomst. CDA, GroenLinks-PvdA en D66 willen elektrisch rijden financieel stimuleren met subsidies of fiscale prikkels. Een aantal partijen – Volt, SGP en de SP – zetten vooral in op het stimuleren van de zakelijke markt. Daarnaast is een aantal partijen meer tegen- dan voorstander van elektrisch rijden. Zo willen de BBB en PVV de zero emissiezones afschaffen. Partij voor de Dieren wil juist elektrisch rijden meer afdwingen via strengere en meer emissievrije zones. Al met al zien we de laatste jaren een trend waarbij de transitie naar elektrisch verover voor elke modaliteit op eigen benen staat, met beperkte subsidies of fiscale voordelen. De transitie wordt gemaakt doordat elektrisch rijden goedkoper wordt dan fossiele brandstoffen en door de groeiende vraag marktpartijen blijven investeren in laadinfrastructuur.

2. Collectieve duurzame warmte: leiderschap gevraagd

Rondom het aardgasvrij maken van woningen is al jaren veel te doen. In het Klimaatakkoord (2019) zijn ambitieuze afspraken gemaakt over de transitie naar aardgasvrije woningen. Gemeenten hebben daarin een belangrijke rol. Zij werkten Transitievisies Warmte (TVW) uit en zijn voortvarend aan de slag gegaan met uitvoeringsplannen in de ‘startbuurten’. Sindsdien is de positie van de gemeente verstevigd. Met de Warmtewet en Wet Gemeentelijk Instrumentarium Warmtewet (WGIW) neemt de positie en bevoegdheid van gemeenten in de warmtetransitie toe. Warmtebedrijven komen voor minimaal 50+1 procent in publieke handen, gemeenten krijgen de bevoegdheid om wijken aan te wijzen waar het aardgas definitief verdwijnt en stellen warmteprogramma’s om de warmtetransitie verder richting te geven. Tegelijkertijd is de transitie niet eenvoudig: de investeringen zijn hoog, draagvlak staat onder druk, onder andere door onzekerheid van de eindgebruikerskosten, en doorlooptijden zijn lang. Publiek en politiek leiderschap en daadkracht.

Een brede meerderheid voor het stimuleren van collectieve warmteoplossingen lijkt zich af te tekenen. Partijen van de SP tot en met het CDA willen collectieve warmtenetten, al dan niet gevoed door alleen duurzame bronnen, restwarmte en aardwarmte mogelijk maken en additionele investeringen. Tegenstanders zijn er ook. PVV en FvD willen een rem op de energietransitie en willen aardgas behouden. DENK wil geen verplichting voor huishoudens om van het gas af te gaan bij warmteprojecten. Tot zover een status quo. De grootste vernieuwing komt voor uit twee perspectieven: voorstellen voor een nationaal isolatieprogramma (SP, NSC, CDA) én (progressieve) fiscale stimulering om (rest)warmte te gebruiken (o.a. CU, GL-PvdA, Volt en D66). De verantwoordelijkheid voor collectieve warmte blijft ogenschijnlijk bij gemeenten. Duidelijke keuzes om projecten los te trekken lijken zich nog niet af te tekenen. Daarmee rijst de vraag in hoeverre een nieuw kabinet gaat zorgen voor een versnelling van de warmtetransitie.

3. Energiesysteem: op zoek naar écht integraal programmeren

Het Nederlandse energiesysteem verandert in hoog tempo. Gronings aardgas wordt uitgefaseerd, kolencentrales gaan dicht en duurzame energiedragers komen daarvoor in de plaats. Dat vraagt ook een verbouwing van onze energie-infrastructuur: meer transport en opslag van elektriciteit, ontwikkeling van warmte- en koudenetten en infrastructuur voor groen gas en waterstof. Via het Nationaal Plan Energiesysteem (NPE) en het nationale Maarjaren Investeringsprogramma Energie en Klimaat (nMIEK) geeft het Rijk hier richting aan. Vanaf 2022 maken ook provincies hier werk van via een provinciale energievisie en provinciaal MIEK (pMIEK). Daarnaast doen ook energieregio’s dat steeds vaker, in een Regionale Energiestrategie (RES), en pakken ook grotere gemeenten de handschoen op. Op al deze niveaus komende uitdagingen naar boven over de inzet van meerdere energiedragers, netcongestie en het bij elkaar brengen van vraag en aanbod van energie. Inmiddels wordt daar via ISA (Interbestuurlijke Samenwerkingsagenda Energiesysteem).

In de verkiezingsprogramma’s tekenen zich – met uitzondering van inzet op kernenergie door een breed spectrum aan partijen – geen duidelijke keuzes voor de inrichting van het energiesysteem. Het merendeel omarmt de verduurzaming en de uitbreiding van de energie-infrastructuur. Integraal programmeren en keuzes in de ruimtelijke ordening in combinatie met energie komen nauwelijks terug. Een aantal partijen zet wel in op de groei van zon en wind – maar niet op landbouwgrond of in de natuur (o.a. CDA, BB, NSC), verdere Europese integratie van het energiesysteem (D66, Volt) en lokale opslag (Volt, CU, PvdD). Daarnaast blijven partijen voorstander van de fossiele energie zoals PVV, FvD en JA21 die de transitie remmen of afhouden, en bijvoorbeeld inzetten op het herstarten van de gaswinning in Groningen.

In resumé ligt het voor de hand dat de huidige aanpak met het NPE en nMIEK aangevuld met de provinciale en lokale plannen wordt doorgezet. Het zou een krachtige zet zijn als een nieuw kabinet hier meer richtinggevende keuzes aan meegeeft. Op basis van de programma’s is dat niet mijn verwachting van dit moment.

4. Netcongestie: rijksregie voor netversterking, maar geen agenda voor omgaan met de schaarste

Netcongestie is trending topic in Nederland en in de energietransitie. Netcongestie zet Nederland op slot. Verduurzaming, bouw van woningen en groei van bedrijven kunnen niet of nauwelijks nog doorgaan. Dat kan ons miljarden kosten. Via het beter benutten van het elektriciteitsnet – bijvoorbeeld flexcontracten met netbeheerders, inzet van mitigerende maatregelen – zoals batterijen en aggregaten, en uitbreiding van het elektriciteitsnet, zetten overheden en netbeheerders zich in om netcongestie het hoofd te bieden.

Politieke partijen stralen de wil uit om netcongestie aan te pakken. Het merendeel van de partijen zet in op regie vanuit het Rijk om de elektriciteitsinfrastructuur versneld te versterken, bijvoorbeeld door coulanter te zijn met vergunningen: o.a. BBB, CDA, CU, D66, GroenLinks-PvdA, JA21, SP, Volt en de VVD. Partij voor de Dieren, Volt, PvdA-GroenLinks en Christen Unie zien perspectief in optimaal gebruik van de capaciteit van het elektriciteitsnet, door pieken af te vlakken en het gebruik te spreiden. Er zijn ook andere perspectieven: de energietransitie afremmen (PVV) of inzetten op kernenergie (JA21) als oplossing voor netcongestie. Gezien de brede urgentie en inzet op een nationale aanpak ligt het voor de hand dat de aanpak van netcongestie via bijvoorbeeld het LAN (Landelijke Actieprogramma Netcongestie) wordt doorgezet en mogelijk versterkt. Over hoe we om gaan met de schaarste en de geringe capaciteit verdelen worden geen standpunten ingenomen. Terwijl juist dat relevant is, en waar politiek leiderschap nodig is. Ook na de verkiezingen is er op netcongestie een wereld te winnen.

Meer weten of hierover sparren?

We gaan graag het gesprek aan! Neem contact op met:

Meer weten of hierover sparren?

We gaan graag het gesprek aan! Neem contact op met:

Meer lezen over hoe wij Nederland mooier maken?

Bekijk gerelateerde artikelen hieronder
Contact