Vanaf 2027 stijgt de prijs van een liter diesel flink: tussen de 35 en 61 cent. Dat betekent een toename van zo’n 20 tot 30% ten opzichte van 2025. De prognose is dat de prijs daarna zelfs verder oploopt. Dat heeft grote gevolgen voor de historische en toekomstige ramingen en projectbudgetten van zowel markt als opdrachtgevers. Waar komt die enorme stijging vandaan? Wat betekent dit voor je project of organisatie? En vooral: hoe kun je je hierop voorbereiden?
De stijging is deels het gevolg van twee Europese regelingen: de ETS2 en de REDIII. Daarnaast speelt ook het aflopen van de nationale accijnsverlaging op diesel mee. Die laatste is plots weer actueel in de landelijke politiek.
Vanaf 2027 krijgt ook CO₂-uitstoot in het wegvervoer én de bouw een prijs per ton. Hoewel ETS2 in eerste instantie wettelijk begrensd is tot een CO₂-prijs van € 45/ton (≈ € 0,12/ liter diesel), verwachten onder meer Rabobank en Transport & Environment een hogere werkelijke impact door opslag in de keten, administratiekosten en risicopremies. Zij rekenen met € 0,12 tot € 0,27 per liter diesel in 2027. Vanaf 2029 kan de dieselprijs onbegrensd stijgen naarmate de marktprijs voor CO₂-emissie stijgt.1,2 Er zijn specialisten (bijvoorbeeld Johnny Nijenhuis) die rekenen met een bovengrens van 58 cent per diesel in 2030.3
Dit is de derde versie van de Europese richtlijn hernieuwbare energie. Deze richtlijn bepaalt onder meer hoeveel duurzame energie in transport moet worden gebruikt, inclusief bijmenging in diesel (zoals HVO en FAME). De RED III start in 2026, is volledig van kracht vanaf 2027 en loopt op richting 2030. In 2027 zorgt dit voor € 0,10 – € 0,20 per liter diesel extra, in 2030 mogelijk richting € 0,25 – € 0,30.4,5
De tijdelijke accijnsverlaging van 13,4 cent per liter loopt volgens de Rijksbegroting af op 1 januari 2026.6 Kort voor publicatie van dit artikel is een motie in de Tweede Kamer aangenomen om dit met een jaar uit te stellen. Ervan uitgaand dat die motie door een volgend kabinet wordt uitgevoerd (kosten: zo'n 1,6 miljard euro), leidt dit tot een stijging van 13,4 cent per liter, maar dan pas per 2027. Blijft de oorspronkelijke datum staan, dan is deze stijging al direct na de komende jaarwisseling van toepassing.
Samen zorgen deze drie factoren vanaf 2027 voor een stijging van 35 tot 61 cent per liter diesel ten opzichte van 2025.
"De vraag is: wanneer ga jij over op een schoon alternatief? Want: vanaf 2027 is diesel nog wel beschikbaar, maar betaalbaar? Dat is een ander verhaal."
- Mitchel Knipscheer, APPM
De prijsstijgingen hebben grote gevolgen voor organisaties die (nog) veel met dieselmaterieel werken. Sectoren die materieel- en dieselintensief werken, worden het hardst geraakt. We beschouwen de impact aan de hand van twee voorbeelden:
Energie-intensieve werkzaamheden, zoals grootschalig grondverzet met dumpers, graafmachines en shovels, vormen een belangrijkonderdeel van energieprojecten. Denk aan het aanleggen van kabels, leidingen en funderingen voor onderstations en transformatorhuisjes. Stijgende dieselprijzen maken het verzwaren en uitbreiden van het energiesysteem financieel extra uitdagend, nog los van eventuele stikstofproblematiek.
Bij het op- en afbouwen van evenementen wordt veel dieselmaterieel ingezet. Ook tijdens de (meerdaagse) programma’s wordt er nog regelmatig energie uit dieselaggregaten gehaald. En dus merkt de festivalganger dat bij het afrekenen: duurdere diesel = duurdere drankjes.
Bedrijven en organisaties in deze twee sectoren werken nu al met krappe marges. De stijgende kosten kunnen het verschil maken tussen winsten verlies. Met name kleinere bedrijven en organisaties staan voor een uitdaging. Ook voor publieke opdrachtgevers geldt: historische ramingen en budgetten zullen deze stijging vaak niet afdekken. Dieselramingen en budgetten staan de komende jaren onder druk en daarmee ook de uitvoerbaarheid van beoogde(bouw)projecten of evenementen.
Of je nou doordieselt of overgaat op emissieloos: maak de meerjarige impact inzichtelijk. Stel jezelf de vraag: is deze manier van werken toekomstbestendig? Wanneer moet ik overwegen afscheid te nemen van werken met diesel?
Emissieloos werken vraagt andere afwegingen dan dieselmaterieel. De kostendragers verschillen – en daarmee ook de ramingsposten8. Denk bijvoorbeeld, naast het materieel, aan de energielogistiek (hoe krijg ik energie op locatie?), de laadinfra (hoe krijg ik energie in mijn machine?) en veranderende productiviteit (hoeveel werk verzet ik in een uur/dag?). Of (deels) emissieloos werken binnen je huidige budgetten past, hangt ook nauw samen met in hoeverre het lukt om transitiekosten te drukken: kosten die je (tijdelijk) maakt tot emissieloos de standaard is. Het SEB-transitiekostenrapport geeft een mooi overzicht om mee te starten9. Anticiperen op de benodigde energievoorziening kan de kWh-prijs flink omlaag brengen.
Opdrachtgevers hebben een sleutelrol: stimuleer bijvoorbeeld klein materieel als standaard emissieloos in je gehele inkoopketen (ontwerp, ramingen, uitvraag etc.). Laat je organisatie ervaring opdoen, zodat je tijdig kunt opschalen als diesel echt onbetaalbaar is geworden.
Emissieloos de standaard in 2028? Het Convenant Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB) als hefboom
Het Convenant Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB) is in 2023 gestart. Als je hieraan meedoet, benut je de kennis van het collectief van markt en overheden én heb je als opdrachtgever recht op (financiële) ondersteuning om de transitiekosten in je uitvragen te dekken. Zo’n 115 publieke én marktpartijen hebben zich er inmiddels aan verbonden. 2028 is het jaar waarin de verscherpte inkoopeis van het convenant ingaat. De minimumeis voor deelnemende opdrachtgevers is dan dat mobiele werktuigen tot 56 kW emissieloos zijn. Dat emissieloos binnen deze klasse nu al mogelijk is, blijkt uit diverse praktijkprojecten. Zo biedt 2028 dankzij het SEB een belangrijk perspectief voor de markt om te investeren in emissieloos materieel en de bijbehorende energievoorziening.
De aankomende dieselprijsstijgingen beïnvloeden de TCO-vergelijking (total cost of ownership) ten gunste van emissieloos. Voorklein materieel tot 19 kW valt die vergelijking al positief uit: de TCO was in 2024 al vergelijkbaar met conventioneel en de komende jaren wordt emissieloos zelfs voordeliger10. Wat je bovendien niet direct terugziet in de TCO-vergelijkingen is de gezondheidswinst voor inwoners en gebruikers, de klimaatwinst en de voordelen van stikstofloos werken voor de natuur.
Bij APPM werken we aan een schoon en toekomstbestendig energiesysteem, aan de realisatie van infraprojecten én aan de verschoning van(bouw)logistiek en mobiele werktuigen. Deze brede blik stelt ons in staatabstracte ontwikkelingen te koppelen aan concrete impact en om te zetten intijdige actie. Benieuwd hoe je zelf kunt anticiperen op ontwikkelingen in dedieselprijs? Of ben je nieuwsgierig hoe je je jouw organisatietoekomstbestendig maakt? Neem contact met me op en ik ga graag met je ingesprek hierover.
APPMer Mitchel Knipscheer werkt aan het versnellen van schoon en emissieloos bouwen in Amsterdam en het faciliteren van laad- en energievoorzieningen in G4-verband.
We gaan graag het gesprek aan! Neem contact op met:
We gaan graag het gesprek aan! Neem contact op met: